Schouder

Clusters en Testen gesorteerd op aandoening.
 
Impingement
  • Cluster test: painfull arc, empty can en neer & welsh (techniek 9.27d)
  • Andere testen: yocum, hawkens & kennedy, o’brien
Labrum/Slap
  • Cluster test: clunk,crank,o’brien
  • Andere testen:/
Instabiliteit
  • Cluster test:/
  • Andere testen: rowe,sulcus sign,apprehension,relocation,release

Painful arc sign
 
Extern impingement/AC-test ( techniek 9-27b)
Specificiteit:
Sensitiviteit:
 
De cliënt zit of ligt. De armen hangen ontspannen naast het lichaam. De patiënt heft beide armen zijwaards maximaal en probeert boven het hoofd te klappen
 
Pijn tussen de 60° en 120° (compressie subacromiaal)( extern impingement)
Pijn aan het einde rond de 170° (provocatie AC-gewricht) 

Empty can test (“ookwel supraspinatustest of test volgens jobe”)
 
Extern impingement ( techniek 9.27c)
Specificiteit: 74%
Sensitiviteit: 90%
 
De cliënt zit of staat. De armen van de cliënt bevinden zich in 30-60°abductie en 30-60° anteflexie met de duimen naar beneden. Met de duimen omhoog is niet pijnlijk.
 
Test is positief als het innemen van deze positie pijnlijk is of krachtsverlies en pijn.

Neer and Welsh test
 
 
extern impingementtest(techniek 927a)
Specificiteit: 87%
Sensitiviteit: 50%
Positief voorspellende waarde: 92%
 
De client ligt of zit. Met 1 hand op de scapula de andere hand omvat hij de arm van de patiënt ter hoogte van de epicondyli van de humerus en voert hij een anteflexie elevatie.
 
Test is positief als er in de eindpositie pijn in de schouder optreed. Bij een positief resultaat is er vaak sprake van instabiliteit

Hawkins and Kennedy test
 
extern (subacromiaal) impingementtest 
Specificiteit: 85%
Sensitiviteit: 50%
 
 
De client zit. 90° anteflexie elleboog gebogen en frontale endorotatie in de schouder passief verder geëndoroteerd.
 
Test is positief bij schouderpijn of wanneer de schouder antalgisch omhoog komt

Yocum's test
 
Impingementtest
Specificiteit:
Sensitiviteit:
 
De client zit of staat.  De cliënt legt zijn hand op de andere schouder in 90° anteflexie en beweegt hierbij de elleboog omhoog.
 
Test is positief bij schouderpijn.

O’Briens’s test
 
intern impingement/ ac-gewricht(techniek 9.30(a)
 
Als intern impingement test:
Sensitiviteit: 82%
Specificiteit: 60%
Positief voorspellende waarde: 93%
 
Als ac-gewricht test:
Sensitiviteit: 40%
Specificiteit: 95%
 
De client zit of staat voor een spiegel.
Fase 1: De arm van de cliënt wordt  90°anteflexie, 10-15° horizontale adductie en maximale endorotatie ( duim wijst naar beneden), de therapeut geeft druk ter hoogte laterale epicondylus
fase 2: de gestrekte arm van de patiënt wordt nu geëxoroteerd (met de duim naar lateraal)
de therapeut geeft druk ter hoogte laterale epicondylus
 
Test is positief indien fase 2 pijnlijk is en fase 1 niet. Als fase 2 pijnlijk is en fase 1 niet kan er instabiliteit in het art. acromioclavicularis zijn.

Clunk test
 
abrum tear test
Specificiteit:
Sensitiviteit:
De cliënt ligt op de rug. De therapeut plaats de hand posterior over de humeruskop. De andere hand boven de elleboog. De therapeut abduceert de arm over de cliënts hoofd.
Met de hand over de humerus kopt geeft de therapeut druk naar anterior de andere hand roteert de humerus naar lateraal (exorotatie)
 
De test is positief als je een clunk of knisperend geluid hoort.
De test kan ook apprehension veroorzaken bij anterior instability.

Crank test
 
Labrum tear test:
Specificiteit:
Sensitiviteit:
 
De cliënt zit of staat.  De therapeut eleveert de arm in 160° in deze positie geeft de therapeut een axiale druk tegen de humerus met 1 hand terwijl de andere hand de humerus lateraal en mediaal roteert.
 
De test is positief als de cliënt pijn voelt bij het roteren eventueel met een klik. 

Speed's Test(“ookwel biceps of straight-arm test”) 
 
Spier of pees pathologie biceps
Specificiteit:
Sensitiviteit:
 
De cliënt zit met zijn arm gestrekt en gesupineerd, later geproneerd. De therapeut houd de schouder tegen in de voorwaartse flexierichting. 

Lift-off test 
 
Spier en peespathologie subscapularis
Specificiteit:
Sensitiviteit
 
De client staat en plaats zijn hand op de achterzijde van zijn rug(endorotatie). De patiënt lift de hand van de rug. De therapeut kan ook nog druk geven tegen de hand die van de rug afkomt -> zo kun je testen hoe sterk de subscapularis is .
 
De test is positief als de cliënt de hand niet van de rug af kan bewegen en pijnlijk is.  

Rowe
 
Multidirectionele instabiliteitstest( techniek 9.32)
Specificiteit:/
Sensitiviteit:/
 
De cliënt staat met de romp 45° naar voren geflecteerd, met afhangende armen de arm waar het niet omgaat laten steunen op de bank. De therapeut fixeert het schouderdak, Met de andere hand omvat de therapeut het distale dele van de bovenarm, proximaal van de epicondyli en voert onder lichte tractie een anteflexiebeweging van 20-30° uit. Caput humeri wordt eventueel naar dorsaal getransleert.
Hierna maak je een retroflexiebeweging van 20-30°. Bij deze beweging wordt het caput humeri naar ventraal getransleert door de therapeut.
 
In deze test kan schouderinstabiliteit in verschillende richtingen worden onderzocht.
Methodologisch kwaliteit is niet bekend. 

Sulcus sign
 
 
instabiliteitstest (techniek 9.31)
Specificiteit:/
Sensitiviteit:/
 
 
De cliënt staat in schredestand naast de tafel met de romp 45° gebogen, met afhangende armen de arm waar het niet omgaat laten steunen op de bank. De therapeut fixeert het schouderdak. Met de andere hand omvat hij de distale bovenarm, proximaal van de epicondyli. Tijdens de tractie palpeert de thereapeut met zijn wijsivngertop de grootte van de ruimte die ontstaat lateraal tussen het caput humeri en het acromion (de ‘sulcus’)
 
Test is positief als er ruimte tussen het acromion en het caput humeri op de proximale laterale schouderkop ontstaat.
Methodologische kwaliteit is niet bekend.
 

Apprehension test
 
Instabiliteitstest (techniek 9.34)
Sensitiviteit: 88%
Specificiteit: 50%
Positief voorspellende waarde: 51%
 
 
De cliënt ligt. De schouder is in 90°abductie en in maximale exorotatiestand, de elleboog is in 90°flexiestand. 1 hand omvat de elleboog en controleert de abductie-exorotatiepositie. De andere hand voert een horizontale extensie uit.
 
Test is positief de cliënt de gewenste beweging niet toestaat (patiënt heeft vrees,angst) 

Relocation test 
 
instabiliteitstest(techniek 9.35)
 
De cliënt ligt. De schouder is in 90°abductie en in maximale exorotatiestand, de elleboog is in 90°flexiestand. 1 hand omvat de elleboog en controleert de abductie-exorotatiepositie. De andere hand transleert het caput humeri naar dorsaal.
 
Test is positief waneer pijn- en/of ‘vrees’reactie door de dorsale translatie wordt gereduceerd. 

Release test

Instabiliteitstest(techniek 9.36)

Sensitiviteit: 85%
Specificiteit: 87%
Positief voorspellende waarde: 79%
Hetzelfde als de relocation test alleen laat je nu de hand los die het caput humeri naar dorsaal transleert.
 
Test is positief wanneer de pijn- en/of ‘vrees’-reactie van de apprehension test’ opnieuw optreed.